Oké, dus Kong: King of Atlantis op de GBA is eigenlijk wat er gebeurt als je ieders favoriete gigantische aap laat vallen in een verzonken stad vol rare ruïnes en boze zeedieren. Je slingert, klimt en slaat door deze onderwaterniveaus die op de een of andere manier nog steeds als klassiek Kong aanvoelen - alleen met veel meer bubbels.

De eerste paar minuten gooien je er recht in: het ontwijken van kwallen, het ponsen van haaien (natuurlijk) en uitzoeken hoe je niet kunt verdrinken terwijl je er nog steeds cool uitziet. De bedieningselementen zijn eenvoudig - run, spring, grijsliggers - maar sommige van die latere sprongen? Brutaal. Ik kan al dan niet een paar keer tegen mijn speljongen geschreeuwd zijn.

Visueel heeft het die GBA -charme uit het begin van de jaren 2000 - Bright Colors, Chunky Sprites en Atlantis ziet er eigenlijk nogal mystiek uit tussen alle instortende bruggen. Als je van old-school platformers houdt met een scheutje van "Waarom is Kong hier, maar ook, zeker", deze is een solide tijd. Kijk gewoon uit voor de palingen.